Elementair zwemmen en wedstrijdzwemmen
Bij de rugslag wordt er onderscheid gemaakt tussen elementair zwemmen en het wedstrijdzwemmen.
Bij het ‘elementair zwemmen’ wordt er onderscheid gemaakt tussen de enkelvoudige rugslag, samengestelde rugslag en de rugcrawl. Nu horen we je bijna denken: ”Wat elementair zwemmen?” Met elementair zwemmen wordt eigenlijk ‘het beginsel’ van het zwemmen bedoeld. Denk aan kinderen die voor hun ABC-diploma gaan.
Bij wedstrijdzwemmen wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende rugslagen. Dat betekent dat de enkelvoudige rugslag, samengestelde rugslag en de rugcrawl heel simpel gewoon rugslag worden genoemd.
Wat is de enkelvoudige rugslag?
Zodra kinderen op zwemles gaan wordt doorgaans de enkelvoudige zwemslag als eerste aangeleerd. De zwemslag is makkelijk uitvoerbaar is de opstap richting de schoolslag.
Wat is de samengestelde rugslag?
De samengestelde rugslag is een uitgebreidere variant van de enkelvoudige rugslag. De beweging met de benen blijft hetzelfde alleen komt er ook een armslag bij kijken.
Wat is de rugcrawl?
De rugcrawl is het moeilijkst uitvoerbaar van de drie. Deze wordt dan ook vroegtijdig aangeleerd omdat de techniek in een later stadium vaak moeilijk aan te leren is. De beenslag en de armslag verandert ten opzichte van bovengenoemde rug slagen. Verder bewegen de armen afzonderlijk van elkaar, iets wat bij de samengestelde rugslag en de enkelvoudige rugslag niet het geval is.
Rugslag als sportzwemmen
Zoals gezegd wordt er geen onderscheid bij wedstrijdzwemmen. Vaak wordt er gekozen voor de rugcrawl omdat dit veruit de snelste rug variant is. Wil jij de rugslag graag leren of beter uitvoeren? We nemen in het kort de belangrijkste punten met je door.
Allereerst is het zo dat een rugslag een hele fijne slag is. Je ligt met je hoofd boven water waardoor je continue kan blijven ademen. Topzwemmers gebruiken deze slag ook vaak om te herstellen dit omdat je maximaal zuurstof binnenkrijgt wat goed is voor je spieren.
Vooruitkomen tijdens de rugslag
Je komt met de rugslag vooruit door de doorhaal en door de stuwing. Het lastige is alleen dat deze achter je plaats vindt. Dat betekent dat je eigenlijk buiten je macht aan het werken bent. Daarom is het belangrijk om de zwemtechniek goed uit te voeren. Dit begint al bij een goede insteek. Belangrijk is dat je tijdens de overhaal de hand naar buiten draait zodat je pink als eerste water insteekt. Zodra je dit doet heb je de hand gelijk goed staan voor de ‘catch’. De ‘catch’ is de eerste stap in het stuwing proces. Je buigt hierbij je arm zodat je maximaal kracht kunt zetten, vervolgens probeer je zo smal als mogelijk je via het water af te zetten.
Bij de ‘catch’ draai je het lichaam automatisch mee, anders is deze niet uit te voeren. Wat je dus krijgt is dat je lichaam continue van links naar rechts beweegt. Heel plat gezegd zwem je de rugslag dus niet op je rug maar op je zij. Bij topzwemmers lijkt het wel eens dat het lijf stil in het water ligt. Maar dit is dus absoluut niet waar. Het lichaam is continue in beweging.
Het hoofd
Het hoofd is een heel belangrijk onderdeel bij de rugslag. Het is zaak om deze heel stil te houden. Dit omdat je lichaam al continue in beweging is, zodra je jouw hoofd hierin mee trekt verlies je snel jouw ligging in het water.
Beenslag
De beweging van de benen is van cruciaal belang bij de rugslag. Je beweegt je benen continue en in een rap tempo. Dit doe je om ervoor te zorgen dat je niet het water inzakt! Dat maakt de beenslag dan ook zeer intensief.
Klik op de afbeelding voor een verhelderende uitleg van oud-zwemmer Kenkhuis
Regels bij de rugslag
- De gehele wedstrijd moet de zwemmer op zijn rug blijven liggen
- Bij het keerpunt mag de rugligging worden verlaten maar deze moet vervolgens met een enkele of dubbele ononderbroken armvdoorhaal worden hervat
- Na de start en na het keerpunt mag de deelnemer niet meer dan 15 meter onder water zwemmen
- Bij binnenkomst moet de zwemmer in rugligging aantikken
Wedstrijden rugslag
- 50 meter
- 100 meter
- 200 meter
Rugslag als wedstrijdonderdeel
- 100 meter wisselslag
- 200 meter wisselslag
- 400 meter wisselslag
- 4×100 meter wisselslag (estafette)
