Er zijn verschillende varianten van bovenhandse opslagen in het volleybal. Voor beginnende of onervaren spelers is het verstandig om te beginnen met de standaard variant, omdat dit de basis van de andere varianten vormt. Om een goede bovenhandse opslag te kunnen spelen moet je aantal facetten van het volleybal verbeteren. Jouw coördinatie, kracht en timing bepaald hoe goed jouw opslag is. Door vele ballen te slaan tijdens trainingen zullen deze drie vaardigheden sterk verbeteren.
Hoe moet ik oefenen?
Als je wilt gaan beginnen met het oefenen van een goede standaard bovenhandse opslag is het verstandig om eerst jouw huidige opslag te vergelijken met die van anderen. Wat doen andere goed en waar kan jij nog verbeteren? Door kritisch naar jouw eigen kwaliteiten te kijken kun jij jezelf alleen maar efficiënter trainen tot een speler met een ijzersterke opslag.
Op naar het oefening. Pak zoveel mogelijk ballen en ga op de juiste plek staan. De eerste stap is om ervoor te zorgen dat je de juiste houding aanneemt. Plaats je voeten ietwat (schouderbreedte) uit elkaar. Wijs met je voorste voet recht naar het speelveld, je achterste voet mag wat schuiner over de eigen helft wijzen. De voet tegenover je slaghand (ook: ‘dominante hand’) is je voorste voet. Om een krachtige opslag te kunnen spelen moet je de kracht uit je benen halen. Het aannemen van deze juiste houding is dus essentieel.
Stap twee is het vasthouden en opgooien van de bal. Houd je niet-dominante hand op alsof je iets wilt ontvangen. Leg de bal in je hand en houd hem losjes vast. Voordat je de bal omhoog gooit maak je jouw slaghand gereed. Breng je dominante hand in een vloeiende beweging omhoog. Je hand is op de juiste hoogte als hij zich naast je hoofd begeeft. Wanneer je er klaar voor bent gooi je de bal omhoog. De ideale hoogte om de bal op te gooien in zo’n 50-90 cm. Zorg ervoor dat je de bal loodrecht omhoog gooit met je handpalm. De eerste keren zal dit wat onwennig gaan, maar ook hier maakt oefening kunst.
Wanneer de bal zijn hoogste punt heeft bereikt is het zo goed als tijd om de bal te slaan. Het ideale slagmoment is namelijk vlak na het moment dat de bal een fractie van een seconde stil hangt in de lucht. Sla de bal met de onderkant van je handpalm. Om dit zo goed mogelijk uit te voeren kantel je jouw hand ietwat omhoog. Raak de bal precies in het midden om te zorgen voor een rechte streep. Om ervoor te zorgen dat de bal zoveel mogelijk snelheid meekrijgt is het noodzaak dat je goed meebeweegt met je schouder. Zoals eerder gezegd haal je de meeste kracht uit je benen. Dit doe je op het moment dat jouw achterste voet, aan de kant van je dominante hand, wordt verwisseld tot voorste voet. Door deze beweging krachtig en met het hele lijf uit te voeren wordt jouw opslag kiezelhard.
Oefenen, oefenen, oefenen
Het slaan van de ideale opslag vergt heel veel tijd en energie. En zelfs dan is het nog geen automatisme wat altijd goed gaat. Toch is het aanbrengen van bepaalde vastigheden de ‘key’ tot succes. Neem even rust, meet je stappen uit en denk goed na wat je doet tijdens je opslag. Door veel te oefenen en vastigheden aan te brengen ben jij binnen de kortste keren een ware ‘opslagmachine’.