Geschiedenis van discuswerpen
Discuswerpen is een gigantisch oude sport die al door de Grieken werd beoefend in de oudheid. De discussen(/disci) hadden destijds geen standaardgewicht en waren gemaakt van steen, ijzer, lood of brons. Het gewicht varieerde van zo’n 1,3 tot 5 kg. De sport staat sinds 1896 op het programma van de Olympische Spelen bij de heren. Voor vrouwen maakt discuswerpen sinds 1928 onderdeel uit van het schema.
Hoe ziet de discus eruit bij discuswerpen?
Tegenwoordig zijn er duidelijke voorschriften voor hoe een discus gemaakt moet zijn. Een discus van tegenwoordig heeft een houten of kunstoffen middendeel met daaromheen een smalle metalen rand. In het midden zit een schroef waarmee afwijkingen in het gewicht kunnen worden gecorrigeerd. Een discus is rond en moet symmetrisch zijn. De boven- en onderzijde moeten dus gelijk zijn. De kwaliteit van de discus bepaald de gewichtsverdeling. Hoe beter de discus, hoe meer het gewicht in de rand van de discus zit.
Regels discuswerpen
Discuswerpen gebeurt door de discus vast te pakken, een pirouette van zo’n 650 graden te draaien en het voorwerp weg te gooien. Dit is een hele korte en simpele omschrijving, maar is wel hoe de sport gaat. De techniek, de snelheid en de timing is belangrijk voor een discuswerper. De discuswerper staat in een ring met een doorsnede van 2,5 m. Tijdens het maken van snelheid, het draaien van rondjes, mag een werper niet buiten de cirkel stappen. De werper mag de ring pas verlaten nadat de discus geland is. Anders wordt de worp ongeldig verklaard. De afstand die telt is vanaf de rand van de werpcirkel naar de dichtstbijzijnde afdruk van de discus. Doorgaans krijgen werpers/werpsters drie pogingen om een goede score neer te zetten. De meeste discuswerpwedstrijden hebben zo’n 6 tot 8 deelnemers.