Start van het spel
Het spel speelt zich voor een groot gedeelte af rondom en in het zestienmetergebied. Voorafgaand aan het spel moet er worden besloten wie er start als keeper. Om dit te bepalen zijn er verschillende opties. Zo kan er een wedstrijdje latje trappen aan voorafgaan, maar zijn er ook vele andere opties te bedenken. Wanneer er duidelijk is wie er start als doelman kan er worden begonnen met het spel.
Beginnen met schieten
Wanneer de keeper in het doel staat kan er worden geschoten op doel. Elke speler begint met tien punten. Elke bal die in het doel belandt vermindert het aantal punten van de doelman met één punt. De schoten vinden plaats van buiten het zestienmetergebied. De schoten mogen zowel stilliggende als rollende ballen zijn. Wanneer een speler scoort mag hij blijven staan. Wanneer hij mist dient hij zich zo snel mogelijk naar het doel te bewegen. De doelman mag de bal na een misser of gestopt schot zo snel mogelijk naar de andere spelers passen. Zij mogen al schieten voordat de doelman op zijn plek staat.
Paal of lat raken
Voor het raken van de paal of lat gelden verschillende regels. Het is aan jullie om te besluiten welke regel jullie hanteren. Hierin zijn jullie dus volledig vrij, maar spreek dit wel van tevoren af. Sommige spelers gebruiken de paal of lat als een score verhoging. Zo kan een doelpunt via de paal of lat een extra punt van het totaal van de doelman afhalen, maar hanteren sommigen ook zelfs dat een doelpunt via paal of lat het aantal punten van de doelman halveert. Spreek zelf af wat jullie het leukst lijkt. Gaat een bal via de lat of paal over of naast? Jullie kunnen ervoor kiezen om de bekende ‘latje/paaltje redt’-regel toe te passen. Dit betekent dat de doelman en schutter op hun positie blijven staan.
Rebounds
Het spel zestienen kent doorgaans vele rebounds. Een rebound vindt plaats wanneer een doelman een redding maakt en de bal weer bij de schutter belandt. De schutter mag nadat de doelman de bal heeft aangeraakt het speeltuig wel binnen het zestienmetergebied aanraken. De bal mag na de redding van de doelman een- of tweemaal worden aangeraakt. Wanneer de doelman de bal heeft aangeraakt geldt deze regel weer opnieuw. Wanneer de doelman de bal buiten het zestienmetergebied speelt of de bal klemt is de rebound voorbij. Wanneer de schutter scoort hoeft hij niet op doel, wanneer hij mist wordt hij de nieuwe doelman.
Einde van het spel
Het spel is klaar wanneer één van de spelers op nul punten uitkomt. Een nederlaag willen jullie natuurlijk niet ongemerkt voorbij laten gaan en daarom zal de verliezer moeten worden gestraft voor zijn wanprestaties. Een gebruikelijke variant van een straf is kontje kick. Hierbij gaat de verliezer op de doellijn staan en mogen de andere spelers van 5/7/9/11 meter op zijn billen afvuren.
Spel moeilijker maken
Om het spel moeilijker te maken zijn er bepaalde regels in te stellen. Zo kun je voorstellen om de bal per speler nog maar twee maal te raken. Dit resulteert dat ballen niet altijd op de perfecte plek liggen voor een schot. Ook is de afstand te vergroten. Spreek bijvoorbeeld af om de bal niet van binnen de halve cirkel van het zestienmetergebied te schieten. Zo wordt het lastiger om te scoren. Door deze regels toe te passen kan het plezier toenemen en ontwikkelen jullie je ook nog eens. Win-win dus!
Overige regels
Het spel kent dus een aantal regels dat zelf kan worden afgesproken. Naast de gebruikelijke regels zijn er nog een aantal spelregels te bedenken, bijvoorbeeld:
- Een schot over of naast het vangnet levert een strafpunt op.
- Een speler die een schot gemist heeft en geen recht heeft op een rebound, maar toch de bal aanraakt ontvangt een strafpunt.
- Een speler die tijdens het spel wilt instappen doet mee voor het op dat moment laagste aantal punten.
- Een speler die wilt opgeven zal moeten worden gestraft met kontje kick. Doe dit niet wanneer hij geblesseerd is of bij andere verzachtende omstandigheden.
Misschien vind je dit ook interessant?
