Kleine partijtjes
Straatvoetbal wordt vaak gespeeld in kleine teams, zoals drie tegen drie of vier tegen vier. Door de kleinere teams heeft elke speler veel meer balcontacten en kan niemand zich verstoppen. Dit bevordert de ontwikkeling van een voetballer, omdat iedereen actief betrokken is bij het spel.
Eén tegen één duels
Op straat zijn de ruimtes vaak kleiner dan op een regulier veld. Dit betekent dat spelers vaker één op één duels moeten aangaan om in een kansrijke positie te komen. Dit constante oefenen van dribbelen en het passeren van tegenstanders verbetert de vaardigheden van spelers op dit gebied.
Overtalsituaties
Tijdens kleine partijvormen komen spelers regelmatig in overtalsituaties, zoals twee tegen één of drie tegen twee. Dit lijkt eenvoudig, maar vergt veel oefening om het goed te beheersen. Door regelmatig in deze situaties te oefenen, worden spelers vaardiger in het maken van beslissingen en het benutten van kansen.
Balans
Op straat is het belangrijk om je evenwicht te bewaren, omdat vallen daar pijnlijk kan zijn en schaafwonden kan veroorzaken. Spelers die vaak op straat spelen, leren beter om hun balans te houden tijdens acties en duels, wat hen ook op het veld ten goede komt.
Straatballen
Voor straatvoetbal is een speciale straatbal nodig. Deze ballen stuiteren minder hard en zijn beter bestand tegen slijtage op de harde ondergrond. Een gewone bal kan snel beschadigd raken, dus zorg ervoor dat je een geschikte straatbal hebt voordat je gaat spelen.