Knock-out wedstrijden
Grote internationale clubtoernooien zoals de Champions League, de Europa League en de Conference League gaan na de groepsfase over in knock-out wedstrijden. Deze knock-outfase bevat verschillende rondes. Per ronde neemt men het twee keer tegen elkaar op. De ene wedstrijd is team A de gastheer, tijdens de return wordt er gespeeld bij team B. Wel zo eerlijk natuurlijk. Knock-out wedstrijden worden gespeeld tot aan de finale, die gaat namelijk over één wedstrijd. Op grote toernooien zoals het EK of het WK worden knock-out wedstrijden niet over twee duels gespeeld. Bij deze wedstrijden spelen uitgoals dan ook geen rol.
Waarom twee wedstrijden?
In het voetbal worden vrijwel alleen clubtoernooien in twee wedstrijden bepaald. Dit zodat elk team zowel uit als thuis speelt. Hierdoor is er vrijwel geen sprake van een voordeel voor één team waardoor de winnaar op basis van kwaliteit/ vorm bepaald wordt. Het spelen van twee wedstrijden wordt gezien als een voordeel voor de grote teams. Dit omdat één slechte dag niet fataal hoeft te zijn in dit systeem.
Hoe zit het precies?
Eigenlijk is het heel erg eenvoudig. Laten we vooropstellen dat zodra je over twee wedstrijden voorstaat dat je automatisch de winnaar bent. Dus stel je wint thuis met 4-1 en je verliest uit met 2-0 dan staat het over twee wedstrijden 4-3. In dat geval ben je dus ‘gewoon’ de winnaar.
Echter mocht de uitwedstrijd in bovenstaand voorbeeld in 3-0 eindigen dan staat het over twee wedstrijden 4-4. Nadeel is dat je geen uitdoelpunt hebt gemaakt, daar waar de tegenstander dit wel gelukt is. Dat klinkt misschien niet interessant maar dat is het wel. Het betekent namelijk dat de tegenstander gewonnen heeft.
De regeling is in één a twee zinnen samen te vatten, namelijk: als de wedstrijd over twee wedstrijden in een gelijkspel eindigt dan wint degene met de meeste uitdoelpunten. Mocht deze ook gelijk zijn dan wordt de wedstrijd in een verlenging en indien nodig met strafschoppen beslist.