Een vrije worp in het basketbal wordt door de scheidsrechter toegekend wanneer er een overtreding is begaan. Dit kan zijn dat een speler een andere speler duwt, bij de arm pakt of een andere overtreding.
De speler tegen wie een fout begaan is, moet de vrije worp zelf nemen. De vrije worp vindt plaats achter de vrijeworp-lijn. Alle overige spelers moeten zich buiten het vrijeworp-gebied opstellen. Zij mogen plaatsnemen aan de schuine lijn van de bucket. Na de laatste vrije worp (je kan twee vrije worpen krijgen) gaat het spel verder en alle spelers mogen het vrijeworp-gebied (de bucket) betreden, zodra de bal los is van de hand van de schutter. Wanneer de schutter het bord en de ring mist, is de vrije worp ongeldig en krijgt de verdedigende partij een inworp vanaf de zijkant.