Volleybal oefeningen voor thuis

Is het winterstop, zomerstop of wil je gewoon beter in volleybal worden? Ben je opzoek naar oefeningen die je alleen kunt uitvoeren? In dit artikel nemen we een aantal leuke oefeningen met je door.

Volleybal oefeningen voor thuis

#1 Onderhands

Gooi de bal in de lucht en breng de armen gestrekt bij elkaar. De armen heb je dus voor je lichaam en vanuit die positie sla je de bal steeds omhoog.

Je kunt ervoor kiezen om dit een aantal minuten vol te houden. Maar je kunt ook proberen een nieuw record te vestigen.

#2 Bovenhands

Bij deze oefening ga je de bal hooghouden door de bal bovenhands te slaan. Belangrijk is dat je goed onder de bal komt en van je duimen en wijsvingers een driehoekje maakt, vorm vervolgens met je handen een kommetje en sla de bal terug de lucht in.

#3 Onderhands en bovenhands

Deze oefening is een combinatie van de twee bovenstaande oefeningen. Je begint de bal naar boven te slaan met de gestrekte armen voor je. Om vervolgens de positie aan te nemen waarbij je de armen boven het hoofd hebt.

Deze slagen wissel je continue af. Dus van gestrekte armen voor je naar de bovenhandse slag en weer naar de gestrekte armen voor je!

#4 Rechterarm en linkerarm passing

Hou de rechterarm enigszins gestrekt voor je lichaam en probeer de bal hoog te houden. Mocht dit te moeilijk zijn dan kun je ervoor kiezen om de bal tussendoor één keer te laten stuiteren.

Deze oefening kun je nadat je het met rechts hebt geprobeerd ook uitvoeren met de linkerarm.

#5 Van rechts naar links

Deze oefening is de moeilijkere variant van oefening 4. Waar we bij oefening vier de bal steeds met één arm de lucht in sloegen. Gaan we dat bij oefening 5 met twee armen doen. We wisselen continue af. Eigenlijk sla je de bal van je linkerarm naar je rechterarm en weer naar je linkerarm.

Deze oefening kun je met stuit oefenen. Maar als dit te makkelijk is kun je er ook voor kiezen om het zonder stuiteren te proberen.

#6 Rechts, links en onderhands

Om oefening vijf moeilijker te maken voegen we er een extra element aan toe. Je slaat de bal van je linkerarm naar je rechterarm om vervolgens de bal met twee gestrekte armen te slaan. Dus links, rechts, beide armen en weer links.

#7 Rechts, links, onderhands, bovenhands

Wederom voegen we wat aan de oefening toe. Bij oefening zes wisselen we drie slagen af. Van links, naar rechts naar een onderhandse slag. Bij deze oefeningen voegen we er een vierde slag aan toe.

Links, rechts, onderhands, bovenhands.

#8 Onderhandse pass

Ga tegenover een muur staan en sla de bal onderhands tegen de muur aan. Mocht het te makkelijk zijn dan kun je ervoor kiezen om continue van positie te wisselen. Dit kan door de hele muur te gebruiken. Dus links van de muur beginnen en rechts eindigen en weer terug. Hierdoor moet je de bal meer sturen.

Is het nog wat te lastig? Zorg dan dat je voldoende ruimte hebt en de bal kunt laten stuiteren.

#9 Bovenhandse pass

Deze oefening is bijna hetzelfde als oefening acht. Het verschil zit hem in de manier van passing. Ditmaal kies je niet voor onderhands maar voor bovenhands.