Verschillende schoolslagen
Er zijn niet per se verschillende soorten schoolslagen. En toch is er een verschil tussen de schoolslag zoals je die met zwemles leert en de schoolslag zoals wedstrijdzwemmers het uitvoeren.
Bij zwemles word je geleerd om je zo groot mogelijk te maken. Eigenlijk is alles erop gericht om jezelf boven water te houden. Bij wedstrijdzwemmers is dit logischerwijs anders, daar gaat het veel meer om gestroomlijnd zwemmen om op die manier zo snel mogelijk vooruit te komen.
De techniek van het schoolzwemmen zoals je die geleerd wordt door de badmeester is vrij eenvoudig. Maar gestroomlijnd en zo snel mogelijk de schoolslag zwemmen is een stuk lastiger. Dit komt door de tegenstrijdige beweging van de beenslag.
De beenslag bij de schoolslag
Zoals gezegd is de beenslag technisch gezien vrij moeilijk uitvoerbaar. Dit komt omdat je vooruit zwemt en je de benen intrekt. Hierdoor krijg je meer weerstand van het water.
Om zo snel mogelijk de schoolslag te zwemmen moet je zorgen voor zo weinig mogelijk weerstand. Dat betekent dat je knieën zo hoog mogelijk in het water moeten blijven. Dat klinkt vrij gemakkelijk maar de moeilijkheid zit hem in het feit dat je de voeten dusdanig wilt positioneren dat je het meeste water kunt wegtrappen.
De positie dat je de knieën hoog in het water hebt en de knieën dicht bij elkaar houdt in combinatie met de voeten die je schuin probeert te positioneren is lastig.
Klik op de afbeelding voor een verhelderende uitleg van oud-zwemmer Kenkhuis
Waarom met het lichaam uit het water?
Als je voor je ABC-diploma gaat en jou wordt de schoolslag geleerd dan blijf je met je bovenlichaam boven het water. Bij wedstrijdzwemmer is dit niet zo. Dit heeft meerder redenen. Eén daarvan is dat je minder onder waterweerstand ervaart omdat een deel van je lijf zich boven het water bevindt. Verder probeer je de beenslag zo groot mogelijk uit te voeren, alleen hier moet wel ruimte voor zijn, deze creëer je door boven het water te komen.
Regels bij de schoolslag
- De start vindt plaats vanaf het startblok
- Na het starten en na het keerpunt mag er op het moment dat je onder het water zit een enkele vlinderbeenslag plaats vinden
- Na het starten en keren mag slechts een cyclus onder water worden gezwommen. Wanneer je armen op z’n wijdst zijn dient het hoofd boven het wateroppervlak uit te komen
- Na iedere beenslag/armslag moet eeen deel van het hoofd het wateroppervlak doorbreken
- Het eindpunt en keerpunt moet met beide handen, los van elkaar en tegelijk worden aangetikt
- De arm en beenslag dienen horizontaal uitgevoerd te worden
Schoolslag in wedstrijdverband
- 50 meter schoolslag
- 100 meter schoolslag
- 200 meter schoolslag
