Uitgangspunt
Om goed te kunnen schaatsen zal je moeten oefenen. Het leuke van schaatsen is dat het heel snel kan gaan. Waar je aan het begin van de middag nog ongecontroleerd op zoek bent naar balans kan je een paar uur misschien al lekker over het ijs bewegen. Wacht dus niet langer en haast je naar de ijsbaan.
Allereerst nog even een tip vooraf: Wanneer jij net gaat beginnen met schaatsen is het verstandig om schaatsen te lenen of te huren. Ook tweedehands schaatsen zijn een optie. Zo voorkom je dat je een paar dure schaatsen koopt, ze na een paar pogingen nooit meer draagt en baalt van je aankoop. Zorg ervoor dat de schaatsen die jij gebruikt goed passen en je ze goed onderbindt, dit is erg belangrijk.
Schaatsen slijpen
Schaatsen op botte schaatsen is een stuk moeilijker dan schaatsen op scherpe schaatsen. Daarom is het belangrijk dat je schaatsen goed geslepen zijn. Dit kun je zelf doen maar je kunt dit ook laten doen bij een sportspeciaalzaak. Schaatsen op scherpe schaatsen heeft als voordeel dat jij je beter kunt afzetten met als gevolg dat je al snel een betere slag te pakken hebt.
Hoge schoen
Schaatsen op een schaats met lage schoen heeft als nadeel dat het moeilijk is om stabiliteit te houden. De klassieke lage Noren zijn daarom voor veel beginners, niet ideaal. Mocht het je moeilijk afgaan dan raden we aan om te kijken naar een combi Noor. Een combi Noor is een schaats met hoge schoen waarbij het ijzer hetzelfde is als bij een traditionele Noor.
Draag bescherming
Als beginner is de kans dat je valt een stuk groter dan als ervaren schaatser. Daarom adviseren we om bescherming te dragen. Denk bijvoorbeeld aan een schaatshelm. Mocht je dan wel tot val komen dan is de kans op licht of ernstig letsel een stuk kleiner.
Beginnen met schaatsen: Opstaan, vallen en weer doorgaan
Een ouderwetse, maar nog altijd succesvolle, manier om te leren schaatsen is doormiddel van een stoel of hekje om op te leunen. Het is verstandig om op deze manier te beginnen, maar wanneer dit goed gaat zal je toch echt zonder moeten. Wanneer jij voor het eerst begint met zelfstandig schaatsen ga je ongetwijfeld een keer vallen. Door de lage snelheid die jij nu nog hanteert doet dit geen pijn. Beweeg je dus zorgeloos vooruit en probeer zoveel mogelijk te glijden. Stuur jezelf heel voorzichtig ietwat naar links en rechts. Houdt je knieën ietsjes gebogen en je voeten zo’n 20 tot 30 centimeter uit elkaar. Blijf zoveel mogelijk oefenen en maak indien nodig gebruik van de kant om te remmen of te balanceren.
Let op obstakels en scheuren
Tijdens het schaatsen is het belangrijk dat je om obstakels en scheuren heen rijdt. Dit omdat als je het ijzer in een scheur, tak of kwak vogelpoep zet je schaats direct tot stilstand komt. Iets wat je wilt voorkomen aangezien de kans op een val hierdoor zeer groot is.
Zijwaarts afzetten
Zorg ervoor dat je tijdens het schaatsen goed door de knieën heen zakt. Vanuit daar kun je vervolgens zijwaarts afzetten. Je duwt bij het zijwaarts afzetten het been tegen het ijs in en haalt vervolgens je been terug. Om dit vervolgens meermaals te herhalen. Het is belangrijk dat je dit goed onder de knie krijgt. Het schaatsen wordt hierdoor een stuk eenvoudiger.
Balans houden
Bij schaatsen heb je altijd een moment dat je op één been glijdt. Op dat moment is het heel belangrijk dat je balans houdt. Dit doe je door je schouders, navel en knie boven het glijbeen te zetten. Zodra jij jouw lichaam daar sterk hebt gemaakt kun je voorzichtig je andere been gebruiken om je af te zetten.
Houding
Neem bij het schaatsen een schaatshouding aan. Dat betekent dat je door de knieën zakt, een holle rug maakt en je de buikspieren intrekt. Daarnaast is het van groot belang dat je recht op de schaatsen blijft staan. In deze houding heb je deze meeste stabiliteit en kun jij je relatief eenvoudig voortbewegen.
Remmen
Heb je geen zin meer of komt er een tegenligger aan? Dan is het zaak dat je zo snel mogelijk remt. Dit doe je door je knieën te gaan zitten om vervolgens je hakken naar buiten te drukken. Hierdoor druk je automatisch de voorste punten van de schaatsen naar elkaar toe waardoor je tempo flink zal verminderen.
Bochten en rondjes
Wanneer je het remmen onder de knie hebt ben je klaar voor de volgende stap. Oefen met het maken van mooie, ronde bochten. Dit doe je door één van jouw benen dichter bij het andere te plaatsen waardoor jij vanzelf naar links of naar rechts gaat. Zet jij jouw linkerschaats ietwat voor en heel dichtbij jouw rechtervoet dan zal je vanzelf naar links afbuigen. Buig tijdens bochten nog steeds door de knieën, zo zorg je voor veel controle. Wanneer je dit goed af gaat ben je klaar voor het maken van hele ronden. Houdt in het begin, vanwege de nog lage snelheid, de buitenkant aan. Zo geef je snellere schaatsers de ruimte aan de binnekant.