Positioneel goed staan
Goed verdedigen begint met het vinden van de juiste positie om gevaar te neutraliseren. De basisregel is simpel: als verdediger plaats je jezelf altijd in de rechte lijn tussen je directe tegenstander en je eigen doel. Ben je centrale verdediger? Zorg er dan voor dat je rugdekking kunt geven aan een medespeler wanneer dat nodig is. Als vleugelverdediger moet je voorkomen dat de ruimte tussen jou en de centrale verdediger te groot wordt. Dus knijp altijd iets naar binnen om de gaten te dichten.
Niet te snel naar de grond gaan
Topverdedigers zoals Virgil van Dijk gebruiken bijna nooit een sliding. Waarom niet? Omdat ze positioneel meestal perfect staan en weten dat je na een sliding als verdediger “weg” bent. Een sliding is een laatste redmiddel, bedoeld om een doelpunt te voorkomen. Probeer dus in de meeste situaties op je benen te blijven en de bal zonder risico te veroveren.
Organiseer de defensie
Verdedigers die hun medespelers aansturen, kunnen echt het verschil maken. Praat constant met je teamgenoten, stuur ze bij waar nodig. Coach ze bijvoorbeeld om een paar stappen naar links of rechts te zetten, druk te zetten op de bal of het centrum beter te dekken. Deze aanwijzingen kunnen het verschil betekenen tussen winnen of verliezen.
Speel sober
Nederlandse trainers willen vaak verdedigers die goed kunnen voetballen, vooral in het centrum van de verdediging. Zij zijn namelijk vaak het startpunt van een aanval. Meedoen in de opbouw is belangrijk, maar je moet niet overdrijven. Neem geen onnodige risico’s. Centrale verdedigers die spitsen willen uitkappen of passeren, nemen grote risico’s en lopen het gevaar om een opgelegde kans weg te geven.
Heers in de lucht
Verdedigers, vooral de centrale, moeten dominant zijn in de lucht. Oefen op zowel verdedigend als aanvallend koppen. Help je team bij standaardsituaties door doelpunten te voorkomen én te maken met het hoofd.