Gemiddelde afstand die een voetballer aflegt
De afstand die een voetballer aflegt, verschilt per positie. Een doelman blijft vaak binnen het strafschopgebied en loopt relatief weinig, tenzij hij meevoetbalt en ver buiten zijn doelgebied komt, zoals sommige moderne keepers. Middenvelders leggen meestal de meeste kilometers af, maar backs doen vaak niet veel minder. Ze rennen de hele flank op en neer, zowel verdedigend als aanvallend. Een gemiddelde veldspeler loopt zo’n 10 kilometer per wedstrijd, maar middenvelders en backs gaan daar vaak overheen, terwijl centrale verdedigers er juist vaak onder blijven.
Hoe wordt de gelopen afstand gemeten?
De afstand die voetballers afleggen, wordt gemeten met technologie die oorspronkelijk is ontwikkeld om raketten in de ruimte te volgen. Dit systeem werd voor het eerst getest in Champions League-wedstrijden in het seizoen 2007/2008 en is officieel geïntroduceerd tijdens het EK 2008 in Oostenrijk en Zwitserland. Het lijkt sterk op het GPS-systeem dat we kennen uit auto-navigatie, met een nauwkeurigheid van ongeveer 97%. De foutmarge is slechts 3%, waardoor de gemeten afstanden behoorlijk betrouwbaar zijn.
In stadions worden meerdere camera’s geplaatst die elke beweging van de spelers registreren. Deze camera’s nemen 25 beelden per seconde op, waardoor geen enkele actie wordt gemist. Het systeem volgt continu de x-, y- en z-coördinaten van de speler, en berekent op basis daarvan de afgelegde afstand, snelheid en zelfs versnellingen. Hierdoor kan het systeem precies zien hoeveel meters een speler loopt en hoe snel hij dat doet.
Waarom is deze data belangrijk?
Deze gegevens zijn niet alleen interessant voor commentatoren en fans, maar ook voor trainers en teams. Ze kunnen deze informatie gebruiken om te zien welke spelers vermoeid raken, wie consistent op volle kracht speelt, en hoe tactische keuzes, zoals de opstelling, invloed hebben op de intensiteit van het spel. Dit helpt bij het beter plannen van wissels en het optimaliseren van trainingsprogramma’s. Spelers kunnen door deze data bijvoorbeeld werken aan hun uithoudingsvermogen of versnelling.
Data-BH’s voor real-time inzicht
Naast de cameratechnologie lopen veel spelers tegenwoordig rond met speciale GPS-vesten, vaak ook wel “data-bh’s” genoemd. Dit zijn nauwsluitende vesten die sensoren bevatten om real-time data te verzamelen over de fysieke prestaties van de spelers. Deze vesten meten niet alleen de afgelegde afstand, maar ook belangrijke factoren zoals hartslag, sprintsnelheid, versnellingen en de totale fysieke belasting van de speler tijdens een wedstrijd of training.
Fysieke trainers en medische staf kunnen op de bank direct toegang krijgen tot deze data via tablets of laptops. Zo kunnen ze live volgen hoe een speler presteert en zien ze bijvoorbeeld of een speler overbelast raakt. Dit maakt het mogelijk om op het juiste moment in te grijpen, bijvoorbeeld door een speler te wisselen voordat hij te vermoeid raakt of geblesseerd raakt. Ook na de wedstrijd wordt de verzamelde data geanalyseerd om de spelers zo optimaal mogelijk te begeleiden bij hun herstel en voorbereiding op de volgende wedstrijd.