Massasprint
Er wordt over een massasprint gesproken zodra een grote groep renners tegelijk de laatste kilometers ingaat. Het woord massasprint is in die zin makkelijk te verklaren. Een grote groep renners (massa) probeert door middel van een sprint als eerste over de finish streep te komen.
Stressvolle situatie
De aanloop naar een massasprint is voor de renners vaak een erg stressvolle situatie. Dit komt voort uit het feit dat alle renners op een goede plek willen zitten. Een goede plek vergroot namelijk de kans om een ritzege.
Om op de gewenste plek te komen wordt er onderling veel geduwd en getrokken. Dat maakt de aanloop naar het slotstuk allesbehalve comfortabel. Dit omdat alles op topsnelheid gebeurt en één moment van onoplettendheid kan uitmonden in een gigantische val.
Wedstrijden winnen
Om een massasprint te kunnen winnen heb je niet alleen goede benen nodig. Snelheid is absoluut een belangrijk onderdeel. Maar durf, lef, inzicht en behendigheid zijn minstens zo belangrijk.
Het is zelfs zo dat als een renner goede benen heeft maar geen lef, inzicht of behendigheid hij of zij vrijwel nooit om de eindzege meestrijdt.
Hoe gaat zoiets in zijn werk?
Een wielren team heeft verschillende renners. De ploegleiders proberen de renners altijd zo in te zetten dat de krachten van de renners duidelijk naar voren komt.
Zo heb je renners die heel goed kunnen sprinten en een wedstrijd kunnen afmaken maar je hebt ook renners die ontzettend hard kunnen fietsen.
Beide hebben uiteindelijk maar één doel en dat is als team de wedstrijd winnen. In zo’n geval is het belangrijk dat er goed wordt samengewerkt. Vaak probeert een ploeg in een massasprint een zogenaamd treintje te maken. Over dit treintje is vaak heel goed nagedacht. Zo heb je een paar hardfietsers voorop die zich in korte tijd helemaal leeg fietsen. Zodra ze niet meer kunnen laten ze zich afzakken. Dat treintje wordt dus steeds schaarser en kleiner. Bedoeling is dat de voorlaatste man, ook wel de lead-out man genoemd, pas enkele honderden meters voor de finish vol in de wind komt. De taak van deze man of vrouw is om de sprinter te ontlasten en deze binnen 250 meter van de finishlijn af te zetten. Vanaf dat moment trekt de leadout man zich terug en is het de taak aan de afmaker/sprinter om de ritzege binnen te slepen.
Waarom werken ze zo?
Deze manier van werken is geïntroduceerd door de Italiaan Cipollini. Tegenwoordig zie je vrijwel elke sprinters ploeg deze tactiek hanteren. Deze tactiek is zo succesvol omdat de sprinter die de wedstrijd moet binnenslepen op deze manier maximaal ontlast wordt. Dit omdat degene pas op het allerlaatste moment in de wind komt te fietsen. Hierdoor wordt er veel energie bespaard, energie die goed gebruikt kan worden bij binnenslepen van de etappewinst.