Verschillende groepen met wielrenners
Een wieleretappe begint vaak met een hele grote groep, dat wordt ook wel het peloton genoemd. Vanuit het peloton heb je vervolgens meerdere wielrenners die demarreren. Zij proberen in dat geval een kopgroep te vormen, dit om te strijden voor de dag winst, bergpunten te sprokkelen of het is een onderdeel van de ploegentactiek.
Echter heb je ook wielrenners die een mindere dag hebben. Die kunnen het geweld en de snelheid van het peloton niet aan. Zij komen dus achter het peloton te fietsen. Dit noemen we ook wel de achtervolgers.
Meerdere achtervolgers
Met name de bergetappes zijn vaak enorm zwaar. Hoe verder zo’n etappe vordert hoe kleiner de groepen met wielrenners doorgaans worden. Het oorspronkelijke peloton van 180 renners kan zelfs uitdunnen tot een groep van maximaal 10 mensen.
Dat betekent dus dat de overige renners, voor het peloton fietst of daarachter. Met name het aantal wielrenners achter het peloton is in zo’n geval vaak enorm.
De achtervolgers kunnen niet zomaar wat aankloten. Dit omdat ze binnen een bepaalde tijd gefinisht moeten zijn.
De renners hebben dus wel degelijk een doel. Wat er vaak gebeurd is dat de renners elkaar opzoeken. Hierdoor ontstaan er meerdere groepjes van een x-aantal renners. Zo’n groepje wordt ook wel een bus genoemd.
Voordelen van een bus
Dat de renners zich samenvoegen heeft meerdere voordelen. Allereerst is het zo dat wanneer je in een groepje fietst, je minder wind vangt en daardoor minder energie verbruikt.
En ten tweede is het zo dat een groep renners vanwege tijdsoverschrijding, minder kans heeft om gediskwalificeerd te worden dan een eenling.