Eigen gewicht
Hoeveel lucht er in je banden moet is afhankelijk van je eigen lichaamsgewicht. De reden hierachter is eigenlijk vrij eenvoudig.
Stel je hebt een fietsers van 100 kilogram en een fietser van 50 kilogram. Dan zal de fietser van 100 kilogram veel sneller de velg bereiken. Hierdoor is de kans op stootlekken een stuk groter.
Om te voorkomen dat de fietser van 100 kilogram snel lek rijdt is het zaak dat hij of zij de band harder oppompt. Hierdoor heb je door de hoeveelheid lucht in de band meer weerstand en zal je minder snel de velg bereiken.
Vuistregel
Voor het bepalen van de juiste bandenspanning is er een vuistregel opgesteld. Deze is vrij eenvoudig en luidt als volgt. Deel je gewicht door 10 en zorg dat dit aantal het aantal bar is wat er in je fietsband zit.
Dus stel je bent 65 kilogram dan zou dat volgens de vuistregel betekenen dat je 6,5 bar in de fietsbanden moet hebben zitten.
Ondergrond
Naast je gewicht speelt de ondergrond waarop je fiets ook een rol. Op asfalt heb je doorgaans een vlakke weg met weinig oneffenheden. In zo’n geval past bovenstaande berekening precies.
Echter is dat anders zodra je over klinkers, kasseien of andere oneffenheden gaat rijden. In zo’n geval is het handig om de luchtdruk iets te verlagen. Dit omdat je dan minder stuitert waardoor het fietscomfort aanzienlijk toeneemt. Over het algemeen is het advies dat hoe oneffener de ondergrond hoe minder bar er in de banden moet. Dat bewijst oud proffietser Fabian Cancellara (81kg) in 2013 waarin hij een kasseien etappe rijdt op 27 mm brede banden met een bandenspanning van slechts 5 bar op het voorwiel en 6 bar op het achterwiel.
Persoonsgebonden
Elke racefietser is logischerwijs anders. Daarom is het advies om je niet blind te staren op bovenstaande vuistregel. Echter is het wel slim om dit als startpunt te gebruiken en vanuit daar te spelen met de luchtdruk.
Op het moment dat je dit gaat doen is het goed om te weten dat het meeste gewicht op je achterband komt te staan. Met dit in je achterhoofd is het mogelijk dat je erop uitkomt dat je in de achterband meer lucht hebt dan in je voorband. Uiteraard moet dit verschil niet te groot zijn. Over het algemeen wordt er hooguit een verschil van 0,5 bar aangehouden.
Nat wegdek
Fietsen op een nat wegdek kan levensgevaarlijk zijn. Met name verkeersstrepen en putdeksels kunnen in zo’n geval spekglad zijn. Het advies is dan ook om deze zoveel mogelijk te vermijden. Echter lukt dit logischerwijs niet altijd. Daarom wordt aangeraden om je bandenspanning met 0,5 bar te verlagen. Hiermee verbeter je de grip en neemt de kans op een fikse uitglijder aanzienlijk af.
Maximale bandenspanning
Op vrijwel elk product staat er een maximale bandenspanning. Belangrijk is dat je hier niet overheen gaat. Dit omdat dit ten koste gaat van de band. Hierdoor is de kans dat je lek rijdt, niet verder kunt of vaak je band moet vervangen een stuk groter. Daarnaast vervalt iedere vorm van garantie dit omdat logischerwijs niet voor niets op de banden staat.
Minimale bandenspanning
Naast een maximale bandenspanning is er ook een minimale bandenspanning. Zodra je op de weg rijdt is het advies om minimaal 5,5 bar in de banden te houden.
Product tip
Wil je altijd goed voorbereid op pad? Dan raden we aan om onderstaand product te kopen. Hiermee kun je eenvoudig en zeer precies de band geheel naar wens oppompen.